Een moeilijk te behandelen gezondheidsrisico
15 Feb, 2023
Door Karlien Bongers
Wij mensen zijn als soort sociale wezens. Net als andere diersoorten die in een groep leven, zijn we voor onze overleving afhankelijk van anderen. Een groot deel van de menselijke hersencapaciteit wordt dan ook gebruikt om sociale signalen te verzamelen en te analyseren. Hierdoor kunnen we (onbewust) inschatten of er mogelijk een bedreiging of een beloning te verwachten valt, waarop we ons gedrag (onbewust) kunnen aanpassen. Iedereen kent de emotionele pijn van eenzaamheid door onbewuste of bewuste sociale uitsluiting. Dat verlies van connectie ook verstrekkende gevolgen heeft op ons fysieke lichaam is minder bekend.
Al in de jaren zeventig van de vorige eeuw werd met een epidemiologische studie van 6928 Californische volwassen vastgesteld dat mensen met een klein sociaal netwerk twee tot drie keer zoveel kans hadden de komende negen jaar te overlijden als mensen met veel sociale contacten. Mensen met weinig sociale contacten bleken te overlijden aan een breed scala aan aandoeningen zoals een hartinfarct, cerebrovasculair accident (CVA), longproblemen en kanker. Bovendien was deze kans op overlijden onafhankelijk van de door de deelnemers van het onderzoek zelf gerapporteerde fysieke gezondheid, sociaaleconomische klasse en factoren die de gezondheid beïnvloeden, zoals roken, alcoholgebruik, obesitas en gebrek aan lichaamsbeweging.1
De verklaring voor de negatieve gezondheidseffecten van eenzaamheid werd samengevat in de zogenaamde ‘sociale controle hypothese’, die erop neerkomt dat eenzame mensen te weinig anderen om zich heen hebben die hen kunnen behoeden voor slechte gezondheidsgewoonten zoals te veel eten of te weinig bewegen. In 1988 werd het bestaande wetenschappelijke onderzoek samengevat in een meta-analyse met dezelfde uitkomsten.2 Bovendien werd in dit artikel een begin gemaakt met het identificeren van individuele risicofactoren voor het ontstaan van eenzaamheid. Zo bleken eenzame mannen een hoger risico te hebben op ziekten en voortijdig overlijden. Onder deze eenzamen hadden de ‘blanke mannen’ een hoger risico op ziekte en sterfte dan mannen van Afro-Amerikaanse afkomst. Bij vrouwen in de Amerikaanse studie was dit relatieve risico van Afro-Amerikaanse vrouwen juist hoger hoewel nog altijd lager dan van blanke vrouwen uit Europese studies. Daarnaast kon geconcludeerd worden dat eenzame mensen die in een stedelijke omgeving woonden een hoger relatief risico op morbiditeit en mortaliteit hadden dan eenzame mensen op het platteland. In het artikel werd ook de definitie van eenzaamheid herzien waarbij niet langer het aantal sociale contacten bepalend was voor de mate ervan, maar het subjectieve gevoel van lijden door een gevoel van de afwezigheid van verbinding met anderen.
Sinds de zo’n vijftig jaar geleden gepubliceerde artikelen is er heel veel meer onderzoek gedaan naar eenzaamheid en onderliggende biopsychosociale mechanismen die de negatieve impact van onvrijwillige eenzaamheid op gezondheid kunnen verklaren. De ‘sociale controle hypothese’ als enige verklaringsmodel is daardoor komen te vervallen.
Lees het gehele artikel vanaf pagina 16 in het VNIG 2/23.
Wilt u het gehele artikel als PDF bestand ontvangen? Bestel het dan hier voor € 3,50.
Bronvermelding:
1. Berkman LF, Syme SL. Social networks, host resistance, and mortality: a nine-year follow-up study of Alameda County residents. Am J Epidemiol. 1979;109(2):186-204. doi:10.1093/oxfordjournals.aje.a112674
2. House JS, Landis KR, Umberson D. Social relationships and health. Science. 1988;241(4865):540-545. doi:10.1126/science.3399889
3. Boomsma DI, Willemsen G, Dolan CV, Hawkley LC, Cacioppo JT. Genetic and environmental contributions to loneliness in adults: the Netherlands twin register study. Behav Genet. 2005;35(6):745-752. doi:10.1007/s10519-005-6040-8
4. Cacioppo JT, Patrick W. (2008). Loneliness - Human Nature and the Need for Social Connection. New York: W.W. Norton & Company. ISBN 9780393335286
5. Eisenberger NI. The neural bases of social pain: evidence for shared representations with physical pain. Psychosom Med. 2012;74(2):126-135. doi:10.1097/PSY.0b013e3182464dd1
6. Cole SW, Hawkley LC, Arevalo JM, Sung CY, Rose RM, Cacioppo JT. Social regulation of gene expression in human leukocytes. Genome Biol. 2007;8(9):R189. doi:10.1186/gb-2007-8-9-r189
7. Wilson SJ, Woody A, Padin AC, Lin J, Malarkey WB, Kiecolt-Glaser JK. Loneliness and Telomere Length: Immune and Parasympathetic Function in Associations With Accelerated Aging. Ann Behav Med. 2019;53(6):541-550. doi:10.1093/abm/kay064
8. Bongers KM. Telomeerlengte beïnvloeden met leefstijl. VNIG 22-3:16-23.
9. Zajner C, Spreng RN, Bzdok D. Loneliness is linked to specific subregional alterations in hippocampus-default network covariation. J Neurophysiol. 2021;126(6):2138-2157. doi:10.1152/jn.00339.2021
10. Bongers KM. Hoe open staat jouw klep? VNIG 23-01:58.
11. Wu B. Social isolation and loneliness among older adults in the context of COVID-19: a global challenge. Glob Health Res Policy. 2020 Jun 5;5:27. doi: 10.1186/s41256-020-00154-3
12. Cacioppo S, Grippo AJ, London S, Goossens L, Cacioppo JT. Loneliness: clinical import and interventions. Perspect Psychol Sci. 2015;10(2):238-249. doi:10.1177/1745691615570616
13. Tse MM. Therapeutic effects of an indoor gardening programme for older people living in nursing homes. J Clin Nurs. 2010;19(7-8):949-958. doi:10.1111/j.1365-2702.2009.02803.x
14. Holmes L, Chinaka C, Elmi H, et al. Implication of Spiritual Network Support System in Epigenomic Modulation and Health Trajectory. Int J Environ Res Public Health. 2019;16(21):4123. Published 2019 Oct 25. doi:10.3390/ijerph16214123
15. Fox R, McHugh Power J, Coogan AN, Beekman ATF, van Tilburg TG, Hyland P. Posttraumatic stress disorder and loneliness are associated over time: A longitudinal study on PTSD symptoms and loneliness, among older adults. Psychiatry Res. 2021;299:113846. doi:10.1016/j.psychres.2021.113846