Signaleren van problematisch middelengebruik
11 Aug, 2021
Door Nienke van der Heide
Soms gebeurt het in je praktijk – een cliënt vertelt verschillende dingen die je doen denken aan problematisch alcohol- of drugsgebruik. Of je ziet een aantal fysieke verschijnselen die daarop zouden kunnen wijzen. Hoe kom je erachter of er daadwerkelijk sprake is van problematisch middelengebruik? En wat doe je als dat inderdaad het geval blijkt te zijn? Ik spreek erover met verslavingsdeskundige Tibor Brunt, onderzoeker bij de afdeling psychiatrie, Universiteit van Amsterdam en werkzaam bij Het Kleine Heldenhuis, een jeugdgezondheidszorginstituut in Rotterdam.
Tibor Brunt, een uiterst aimabele man die ernstige verslavingsproblematiek heeft gezien, heeft een verbazingwekkend relativerende kijk op middelengebruik. ‘Om te spreken van problematisch middelengebruik moet er meer aan de hand zijn dan middelengebruik alleen. Als iemand zegt dat hij elke avond twee glazen wijn drinkt, of elke dag blowt, dan vind ik dat niet meteen alarmerend. Maar als die persoon vervolgens zegt: ‘ik heb de volgende dag wel stelselmatig ruzie met mijn partner’, of ‘ik kom pas om 11 uur op mijn werk terwijl ze al om 9 uur op me zitten te wachten’, dan komen er problemen in beeld. Problematisch middelengebruik is letterlijk dat: er is middelengebruik, én er zijn problemen. Je moet verbanden kunnen leggen tussen het middelengebruik en problemen in het dagelijks leven van de cliënt.’
Tibor Brunt is ervan overtuigd dat er grote verschillen zijn tussen hoe mensen omgaan met potentieel verslavende middelen. Hij benadrukt daarom het belang van goed luisteren naar de cliënt. ‘Sommige mensen gebruiken cannabis medicinaal. Ik ken een tweeling die allebei een genetische aanleg voor hardnekkige maagzweren hebben. Zij blowen elke dag om de pijn en de stress ervan te onderdrukken. Dat snap ik! Die jongens zijn verder heel contentieus en georganiseerd, ze doen een technische opleiding – maar hebben dit gewoon nodig.’ Hetzelfde geldt voor alcohol, wanneer je dat vanuit het verslavingsperspectief bekijkt. ‘Er zijn veel meer mensen die daar relatief verstandig mee omgaan dan mensen voor wie het een probleem is.’ Toch gebeurt het nog vaak genoeg dat hulpverleners het middelengebruik op zich willen problematiseren. ‘Ik hoorde laatst nog dat iemand met psychische problemen via de arboarts bij een gz-psycholoog was gekomen. Die psycholoog zei in het eerste gesprek: ‘Ik wil toch graag die vier biertjes die u in het weekend drinkt bespreken.’ Dat werkt natuurlijk niet, die persoon voelde zich niet serieus genomen en is weggebleven. Iemand komt bij je met een probleem, en dát is het uitgangspunt. Als je alles wat de cliënt aangeeft hebt meegenomen en je merkt dat er toch geen vooruitgang in de behandeling zit, dan kan je eens gaan kijken hoe het zit met middelengebruik.’
Lees het gehele artikel vanaf pagina 22 in het VNIG 5/21.
Wilt u het gehele artikel als PDF bestand ontvangen? Bestel het dan hier voor € 3,50.
Bronvermelding:
1. RACT. Screener Middelengebruik. Geraadpleegd op 23 juni 2021 van www.ract.nl/wp-content/uploads/2018/06/screener-middelengebruik.pdf
2. Movisie. Motiverende gespreksvoering. Geraadpleegd op 23 juni 2021 van www.movisie.nl/interventie/motiverende-gespreksvoering