Burn-out
14 Apr, 2014
Door: Annelise Pires Ferreira
Dat ik in een burn-out belandde, was achteraf gezien niet raar. Al jaren heb ik moeite met het verdelen van mijn energie. Al jaren worstel ik met ingebeelde of echte verwachtingen van maatschappij en omgeving. Al jaren verlam ik mezelf met gedachten die me niet sterker maken maar juist afzwakken. En al jaren ben ik me daar redelijk van bewust. Maar dat stukje bewustzijn was nog niet genoeg om mijn worstelingen te boven te komen.
‘…het idee dat ik een weekje moest
bijslapen…’
Dus zei mijn lijf: wie niet luisteren wil, zal voelen. Ik kreeg huilbuien op onverwachte momenten (wachten op de metro zou over het algemeen niet zo’n verdrietige gebeurtenis moeten zijn), ik werd hondsmoe en chagrijnig. Ik had nergens meer zin in en werd héél snel, héél pissig om niks. Het ging niet goed. Ik meldde me ziek, met het idee dat ik een weekje moest bijslapen, maar dat weekje werd maanden.
In het begin gebeurde er niks. Letterlijk. Ik sliep. Ik zat op de bank. Ik at koekjes. En ik deed niks. Ik overdacht niets. Ik zag en sprak zo weinig mogelijk mensen. Soms keek ik filmpjes, las boeken of pinde op Pinterest. Maar het probleem aangaan deed ik nog niet. Ik moest eerst bijkomen.
Na een aantal weken werd het iets lichter en ging ik kijken naar mezelf. Waar moest ik nou eigenlijk zo van bijkomen? Een vrolijke vrouw van 35, met sociale activiteiten in overvloed en lieve familie en vrienden. Wat kon er nou mis zijn met mij? En daar leerde ik mijn eerste les. Er is niks mis met mij. Er is niks mis met je rot en opgebrand voelen, omdat je niet goed naar jezelf geluisterd hebt. Het is zelfs logisch. En deze eerste les is misschien wel de moeilijkste. Volledig accepteren dat je niet volmaakt bent, maar dat je ondanks, of misschien dankzij, je imperfecties een perfect mens bent. Je bent een mens met alle kleuren van het palet: van het donkerste zwart tot het lichtste wit en alles ertussen. En daar is niks mis mee. Deze les leer ik nog elke dag opnieuw.
‘…naar jezelf luisteren is niet hetzelfde
als naar je gedachten luisteren.’
Waar komt dan het idee vandaan, dat ik aan een bepaald beeld moet voldoen? Of eigenlijk vind ik het niet eens zo interessant waar het precies vandaan komt, maar meer hoe zich dat in het hier en nu manifesteert. En daar ontdekte ik: het zit grotendeels in mijn hoofd, in mijn gedachtencirkels. Ik wilde beter naar mezelf gaan leren luisteren, maar ik realiseerde me: naar jezelf luisteren is niet hetzelfde als naar je gedachten luisteren. Gedachten kunnen heel verraderlijk zijn. Ze klinken als jezelf, maar zijn dat meestal niet. Soms is het je moeder, soms is het een reclame. Soms is het die ene opmerking van een vage kennis die je vier maanden geleden voor het laatst zag op een verjaardag, soms is het je therapeut. Maar wat ík nou vind? Dat kan ik alleen maar voelen. Uit mijn hoofd gaan en naar mijn hart en buik toe. Zachtjes de gedachten wegblazen en wat er overblijft, dat ben ik. Ook deze les leer ik nog elke dag opnieuw.
Er zijn nog steeds meer zware weken dan lichte. Makkelijk kan ik dit alles niet noemen. Maar nodig? Ja. Schijnbaar.
Dus tijger ik door. Ik val en sta op. Ik leer mijn les en vergeet ‘em weer. Ik huil en lach. Ik kan niet anders en ik wil niet anders. Dit is mijn kleurenpalet. Dit zijn mijn lessen.