Reflexpunt: Een open hart
06 Dec, 2013
Door: Gonny Mejan
Net terug van een bijscholing sjamanistisch lichaamswerk, ben ik vol goede voornemens. Tijdens een uitwisseling is naar boven gekomen dat ik nog steeds te veel voor anderen zorg en te weinig voor mezelf. Na dit weekend voel ik mij helemaal opgeladen om alle opgedane ervaringen meteen in de praktijk om te gaan zetten.
‘Een rug met staven en plaatwerk…’
Diezelfde avond krijgen we een telefoontje van onze dochter. We moeten ons maar niet ongerust maken, maar zij is door haar rug gegaan en heeft drie dagen op bed gelegen. Onmiddellijk zit er een klomp rond mijn hart. In gedachten word ik teruggevoerd naar 14 jaar geleden. Ik zit aan haar ziekenhuisbed en zij is net geopereerd. Zij kan nog niks, alleen ademhalen. Naast haar bed staat de morfinepomp die moet zorgen dat het pijnniveau te hebben blijft.
In gedachten loop ik weer de lange weg die we samen hebben afgelegd en bedenk welke weg we wellicht nog zullen moeten gaan. Beter dan zijzelf heb ik me gerealiseerd dat dit muisje nog een staartje zal hebben. Een rug met staven en plaatwerk functioneert nu eenmaal niet meer hetzelfde als een gewone rug.
Zij knapt goed op. Levend bewijs van de combinatie van reguliere en complementaire geneeskunde; na een homeopathische behandeling met Arnica MK en CMK, staat zij na 12 dagen alweer bij de uitgang van het ziekenhuis. Weliswaar nog met krukken, maar toch. Ook daarna blijft het goed gaan. In het blad van de patiëntenvereniging lezen we regelmatig over gebroken staven die met hevige pijn gepaard gaan, maar dochterlief heeft daar gelukkig geen last van. Wel moet ik haar een keer van haar bijbaantje ophalen als ze hevige rugpijn heeft en slaat de angst me om het hart. Maar als ze weer Arnica inneemt, is na een paar dagen het leed weer geleden.
‘…na een herhaling van de Arnica…’
Deze keer lijkt het erger. Zij heeft zelf al een afspraak gemaakt met haar osteopaat, die haar sinds haar ontslag uit het ziekenhuis soepel houdt. Niet gerust adviseert hij haar een controleafspraak met het ziekenhuis te maken. Natuurlijk ga ik met haar mee. Hoezo volle agenda! Dat moet dan maar even anders. Het besef dat ik zorg voor haar is in mijn bewustzijn duidelijk aanwezig. Ik kan niet anders en wil niet anders. De leraar van de training had gewaarschuwd dat sommige dingen niet wegblijven, maar driedubbel hard terugkomen op je pad. Het is duidelijk wat mij overkomt en ook wat mijn keuze hierin is. Ik wil nu voor haar zorgen.
‘Weer moet ik haar loslaten…’
Het duurt nog even voor we in het ziekenhuis terecht kunnen. In de tussentijd doen de osteopatische behandeling, de rust en de Arnica hun werk. Zij knapt op en is alweer pijnvrij als we op controle gaan bij de orthopeed. Dan komt alsnog de dreun. De staven zijn op vier plaatsen gebroken. In shock verlaten we het ziekenhuis. Lang zitten we na te praten, allebei proberend het slechte nieuws te verwerken. Dan neemt zij afscheid. ‘Bedankt mam, ik vond het toch erg fijn dat je bent meegegaan’. ‘Natuurlijk meisje, graag gedaan’. Ik zie haar gaan, de trap op van het station. Weer moet ik haar loslaten en vertrouwen hebben dat ze het redt ondanks haar handicap.
Daarvoor moet wel die klomp eruit, anders kan ik niets voor haar betekenen.
Ik stap op de fiets naar huis. Er is nog werk aan de winkel.