Ogen liegen niet
21 Oct, 2019
Door Luise-Anna Kroon
Ogen liegen niet. Ze laten onze krachten en kwetsbaarheden zien. Voor Leonie Scheutjens, natuurgeneeskundig therapeut en docent iriscopie, zijn onze ogen daarom het meest ‘oprechte’ deel van het lichaam. Ze weerspiegelen niet alleen hoe we ons voelen, maar vertellen ook hoe het lichamelijk met ons is gesteld.
Irisdiagnostiek is duizenden jaren oud. Zo zouden de Azteken al ver voor de christelijke jaartelling irisdiagnostiek hebben bedreven. In Europa werd iriscopie pas halverwege de 19e eeuw ontdekt en bestudeerd door de Hongaarse arts Von Peczely. Hij was ervan overtuigd dat er een causaal verband bestond tussen de gesteldheid van onze organen en de structuur en vorm van de iris. Von Peczely ontwikkelde, als eerste, een topografische kaart van de ogen waarop al onze organen, klieren, spieren en gewrichten een vaste plaats kregen. Leonie: ‘Het levenswerk van Von Peczely is natuurlijk in de loop der jaren geëvolueerd. Zo hebben in de 20e eeuw de onderzoekers J. Broy, J. Deck en D. Hall ‘nieuwe’ kaarten gemaakt. Zelf maak ik het meest gebruik van de kaarten van D. Hall en M. Trompenaars.
Iedere iris heeft zijn eigen tekens en kleuren. Elk oog is uniek. Uit de patronen en kleuren van de iris kun je lezen met welke potentie je bent geboren, wat je nodig hebt en waar je uitdagingen liggen in dit leven. Ook de sclera, het witte gedeelte van je ogen, geeft aanwijzingen over je gezondheid. In de iris is het proces terug te vinden van wat er in het lichaam gaande is. Naast de erfelijk bepaalde tekens zoals constitutie (kleur van de ogen) en bepaalde diatheses en iristekens, kunnen er ook fenotypische tekens zijn. Dit zijn tekens die door het leven verworven kunnen zijn.