Afscheid nemen
22 Jun, 2020
Door Tine Goedhart
Mijn dochter woont al jaren op zichzelf. Haar huis is inmiddels een heel serieus huis met drie verdiepingen. Er is dus geen reden om in haar kamer thuis nog kasten vol met haar spullen te hebben. Ze is het weekend bij ons, zit in haar kamer voor een kast en wil mijn mening horen over het behouden of wegdoen van kledingstukken.
Dochterlief gaat de diepte in met behulp van Marie Kondo en ik ontvang een mini-college: ‘opruimen doe je per onderwerp, mam en niet per kast’. Ik voel de bui al hangen: beneden in het atelier is een stuk van een hangkast namelijk ook ‘van haar’. En daar hangt de Oscar de la Renta-bontjas die ze ooit kreeg van een extravagante vriendin.
Wat blijf je doen en behouden in je praktijk of in je leven en waar neem je afscheid van? Hoe bepaal je wat kort, middellang of lang je zuivere energie voedt? Mijn praktijk en bestuurswerk met de leden van de vereniging voeden me. Ik vind het heel fijn onze leden te steunen in deze moeilijke periode waarin ze geen of slechts aangepast praktijk kunnen voeren vanwege lockdownmaatregelen. Aan de andere kant kom ik tot de conclusie dat deze columnserie klaar is. Voor mij een lastig moment dat ik moet zeggen wat mijn hart weet, want het is zo’n ontzettend fijn team bij het Vakblad. Maar toen ik voorzichtig benoemde dat deze administratiecolumn voor mij ten einde moet gaan komen, reageerde de redactie zoals ik gewenst had. De belangrijkste reden voor deze beslissing is dat administratie vrij ver afstaat van mijn identiteit. Ik ben niet zo zakelijk, niet vreselijk georganiseerd en wel heel intuïtief en scherp. Het begint te wrijven, zonder dat het glans geeft, dat ‘men’ mij identificeert met administratie. Daarnaast denk ik dan ook nog dat ik met oplossingen voor problemen moet komen, waar eigenlijk ‘ondernemerschap’ mijn overkoepelende antwoord op veel vragen is.
In mijn leven heb ik me regelmatig jassen laten aantrekken die me niet passen, maar waar een ander van zegt: ‘staat je enig!! Juist!’. De grote lol van oud worden, is dat ik steeds een beetje beter kan bedenken dat andermans projecties niet mijn weg hoeven te worden. En daarom: dit is mijn laatste column. Terwijl ik over de inhoud van ‘de laatste column’ denk, zwiert mijn dochter door de kamer in een heerlijke seventies-creatie: suède met bontranden in een feest van kleuren, nog steeds een beeld van een jas. ‘Mam?? En DEZE??’, vraagt mijn hartendiefje.
Ik vertel haar dat ik zo enorm blij ben dat Antigone de jas aan haar cadeau gaf en niet aan mij. Heerlijk om geen beslissing te hoeven nemen over morele erfstukken. Ik weet vrij zeker dat ze de jas nooit ‘voor het echie’ aantrekt, maar ook dat ze eeuwig spijt houdt als ze afscheid neemt. De jas blijft daarom in onze kast. Ik neem afscheid van deze column en bedank de redactie en mijn lezers voor de mooie tijd die ik met hen in interactie doorbracht.