Integrale geneeskunde
22 Oct, 2018
Door: Frans Kusse
In de Verenigde Staten startte de integrale beweging ongeveer dertig jaar geleden vanuit diverse universiteitsklinieken. De founding fathers waren hoogleraren in verschillende vakgebieden die openstonden voor niet-reguliere behandelmethoden en meerwaarde zagen in een combinatie van ‘the best of both worlds’.
Door hun werk is deze beweging uitgegroeid binnen de academische wereld. Het Amerikaanse Consortium of Integrative Medicine and Health telt momenteel meer dan zeventig academische centra! Binnen het consortium zijn vrijwel alle medische specialismen vertegenwoordigd en op vrijwel ieder vakgebied tref je hoogleraren aan die zich ook gespecialiseerd hebben in Integrative Medicine. Deze ontwikkeling heeft er zelfs toe geleid dat de medische sectie van het Amerikaanse leger de integrale visie heeft omarmd. In de mooie documentaire Escape Fire komen, naast aangrijpende beelden van de behandeling van Amerikaanse soldaten, veel prominente Integrative hoogleraren aan het woord.
In het algemeen kan dus gesteld worden dat in de Verenigde Staten Integrative Medicine vooral toegepast wordt in ziekenhuizen en het initiatief vanuit de academische wereld komt. Een aantal complementaire behandelmethoden wordt geaccepteerd, zoals fytotherapie, orthomoleculaire geneeskunde, mind-bodytechnieken en acupunctuur, terwijl homeopathie – in enkele staten wel erkend als medisch specialisme! – minder populair is en zelfs binnen de integrale wereld door sommige artsen controversieel wordt geacht.
In Europa zijn de ontwikkelingen anders verlopen. Vooral in Duitsland is de belangstelling voor Integrative Medicine enorm. Een jaar geleden waren bij het World Congress on Integrative Medicine & Health (WCIMH) in Berlijn honderden vertegenwoordigers aanwezig van de belangrijkste complementaire behandelmethoden en hun inbreng in de vorm van lezingen en posterpresentaties was groot. In Duitsland zijn homeopathie, antroposofische geneeskunde, natuurgeneeskunde en TCM populair onder zowel huisartsen als medisch specialisten. Artsen die ook complementair werken beschouwen zichzelf als artsen voor integrale geneeskunde. Deze methoden worden in het algemeen geaccepteerd, zijn populair onder de bevolking en worden erkend door de overheid. Dezelfde ontwikkeling zien we in Zwitserland, Oostenrijk en Italië.
In Nederland lopen we ver achter. Door de inspanningen in de afgelopen twaalf jaar van vele artsen en therapeuten is de belangstelling voor Integrative Medicine toegenomen, maar vooral onder huisartsen. Een aantal hoogleraren spreken zich uit als voorstander, maar de meeste hoogleraren en medisch specialisten nemen nog een afwachtende houding aan. Steeds meer artsen en therapeuten die complementaire methodes toepassen, zien het belang in van Integrative Medicine als verbindende factor, maar nog lang niet allemaal. Waarschijnlijk speelt daarbij mee dat complementaire methoden nog niet volledig erkend worden in Nederland, en regulier en complementair elkaar nog onvoldoende kennen en vertrouwen.
In de komende jaren zal er naar mijn mening verder gewerkt moeten worden aan de verbindingen tussen reguliere en complementaire, ‘natuurlijke’ behandelaren, zowel op universitair als op hbo-niveau. Integrative Medicine, oftewel integrale geneeskunde, vormt daarvoor een uitstekend platform, als we ervan uitgaan dat daarbij alle onderbouwde en veilige methoden erkend worden.
De eerste stappen in die richting zijn gedaan. Er vinden besprekingen plaats tussen vertegenwoordigers van de integrale artsen (AVIG) en verschillende koepels van therapeuten.
De eerste gemeenschappelijke actie was het congres op 6 september in Dronten. Het was een groot succes, niet alleen door de kwaliteit van de sprekers en de boeiende lezingen maar vooral ook door de grote opkomst en de diversiteit van de deelnemers. Zover ik kan beoordelen zijn op die dag bruggen geslagen en verbindingen ontstaan die de ontwikkeling van de integrale geneeskunde in Nederland weer een stap verder brengen.
Meer informatie: www.aiga.nl