(Over)leven en de lever
22 Aug, 2023
Door Marieke Lebbink
Voor iedereen geldt dat de lever het belangrijkste orgaan is dat betrokken is bij de ontgifting. Dat wil niet zeggen dat dit bij iedereen even goed werkt. Afwijkende leverenzymen kunnen eraan bijdragen dat deze processen minder goed verlopen en dat medicatie en suppletie anders verdragen wordt, wat tot klachten kan leiden. Als er ondanks een gezonde leefstijl en voeding klachten zijn, brengt een DNA-leverpaspoort in kaart op welke medicatie iemand afwijkend reageert en kan het, met de juiste interventies, een bijdrage leveren aan herstel.
De rust in de Turkse hamam wordt verstoord als de eigenaar naar binnenkomt, zijn telefoon in mijn handen drukt en zegt ‘Your daughter needs you’. Mijn in Zwitserland levende dochter zit bij de eerste hulp en ze willen haar een injectie met contrastvloeistof geven. Of ze dat moet laten doen of niet? Ze stelt haar vraag, omdat ze weet dat ik er niet tegen kan. Welke genen heeft zij? Veel tijd om daarover na te denken is er niet. Hopelijk heeft ze dit deel van haar genen van haar vader geërfd. Het onderzoek verloopt goed en laat zien dat een enorm keelabces haar leven bedreigt. Diezelfde middag wordt ze succesvol geopereerd. Ik vertrek in allerijl naar Zwitserland en zie dat ze grote hoeveelheden medicatie toegediend krijgt. Het belast haar lever, maar bovenal redt het haar léven.
Zelf heb ik een DNA-leverenzympaspoort en ook in mijn praktijk laat ik dit steeds vaker bepalen. Het levert een bijdrage aan de diagnostiek en/of het behandelplan. Zo heb ik al jaren een cliënt in mijn praktijk die sterk reageert op supplementen en medicatie. Haar vraag was indertijd ‘hulp bij verstopping en graag meer energie’. We hebben eerst aan de basis gewerkt: vocht, vezels, vetzuren en vitaminen en mineralen. Haar gehalte aan vitamine B6, B12 en foliumzuur bleek te hoog. Ook scoorde ze hoog op levergerelateerde klachten en had ze een intolerantie voor gluten, lactose en histamine. Soms ging het een tijd goed, maar regelmatig rolde ze van haar evenwichtsbalk. Mentaal ging het een periode slecht en ze moest opgenomen worden. In die tijd nam haar gewicht sterk af en kon ze nergens meer tegen. Ze moest aan de elementaire voeding om een goede voedingstoestand te behouden. Ook op de psychofarmaca reageerde ze sterk.
Langzamerhand groeide het vermoeden dat ze wat afwijkingen had van de leverenzymen.
Anderhalf jaar geleden hebben we een leverpaspoort laten maken en werd mijn vermoeden bevestigd. De afwijkingen waren: verminderde methylatie, glucuronidatie (syndroom van Gilbert), gluthationconjugatie en een omzettingsprobleem met foliumzuur naar de actieve vorm. Op bloedniveau was dit weliswaar goed, maar op celniveau niet.
We krijgen gaandeweg de invloed van de verschillende factoren en hun onderlinge samenhang beter in kaart. Zo eet ze nu volledig biologisch en in een stressvolle periode beperkt ze de inname van histaminerijke producten. Ook eet ze vaker broccoli (glutathion) en beperkt ze vetten (glucoronidatie) net als leverbelastende producten als koffie en alcohol. Daarnaast neemt ze regelmatig folaat, de actieve vorm van foliumzuur. Haar energie is verbeterd, evenals haar stoelgang.
En zo is de uitspraak die ik lang geleden hoorde ook hier van toepassing: ‘Het verschil tussen een gezonde lever en een gezond leven is slechts één letter. Toch scheelt dat een heel alfabet aan ziekten.’ Ook mijn dochter is zich hiervan bewust geworden tijdens haar avontuur in Zwitserland en wil uit voorzorg onderzoek laten doen.