Tandheelkunde als bindmiddel
18 Feb, 2016
Door: Fred Neelissen
Tandheelkunde is als geen ander specialisme in staat verbindingen te leggen tussen reguliere en complementaire zorg. Als deze relatie ter sprake komt, blijkt dit vakgebied een ondergeschoven kindje. Dat komt door gebrek aan kennis, bij patiënten, artsen en tandartsen.
Tandheelkunde zit vol toxische materialen, zoals het amalgaam dat nu, na 30 jaar vechten, op zijn retour is. De helft van één amalgaamvulling bestaat uit kwik; een paar druppels kwik per
vulling. De diverse metalen in de vulling – zilver, tin, koper, zink en kwik – produceren een elektrische stroom. Samen met het speeksel in de mond vormt dit een kleine accu. De batterijwerking doet het giftige kwik oplossen, dat in ionvorm zijn weg het bindweefsel in zoekt en storingen kan geven.
Daarnaast ontstaat bij hogere temperaturen, zoals van warme dranken, kwikdamp die zich in atomaire vorm een weg baant, zelfs door de bloed-hersenbarrière heen. Vaak wordt kwik gevonden in de hypofyse.
Behalve de toxische materialen is er het fenomeen van dode tanden en kiezen. Elke zenuwbehandeling maakt de tand dood, als die dat al niet was. Door het boren in een tand kan de zenuw afsterven. Via de klassieke Chinese acupunctuur weten we dat iedere tand of kies een relatie heeft met een bepaald orgaan of orgaansysteem in het lichaam. Achter een niet optimaal functionerend orgaan kan een element in de mond zitten dat de storing veroorzaakt of onderhoudt omdat het op de corresponderende energiemeridiaan zit. De meeste artsen – ook tandartsen – zijn hier onvoldoende van op de hoogte en behandelen dus vaak niet de oorzaak (de dode kies), maar symptomatisch. Het gevolg kan een chronische patiënt zijn, waarbij geen enkele behandeling aanslaat. Zo’n tand wordt dan een focale storing genoemd en fungeert als therapieblokkade.
Het immuunsysteem probeert de focale storingen onder de duim te houden. De capaciteit van het immuunsysteem staat daardoor onder druk en men kan vatbaarder worden voor infecties en toxische belastingen.
Wanneer iemand roofbouw op zichzelf pleegt, kan een bepaalde kies gevoelig worden en pijn gaan doen. Het immuunsysteem laat het afweten, kan de druk niet aan. Dat is dan een soort antenne die zegt dat de gastheer van de kies onverstandig bezig is. Keert de rust terug dan verdwijnen ook de tandheelkundige klachten. Op dezelfde manier kan een griepje kiespijn veroorzaken. Dat er een relatie tussen die twee fenomenen ligt is maar moeilijk te begrijpen.
Tandheelkunde is als geen ander vak in staat om causale therapie te beoefenen. Vaak knappen patiënten na jaren van ellende definitief op na het verwijderen van de amalgaamvullingen of het trekken van een dode tand of kies.
Dode elementen kunnen ook symptoomloos in de mond aanwezig zijn. Zij geven geen pijn, maar kunnen toch een corresponderend orgaan beïnvloeden. Met energetische diagnostiek is zo’n storing te ontdekken. Omdat de patiënt geen klachten heeft, kan het lastig zijn hem te overtuigen dat zo’n kies een zenuwbehandeling nodig heeft of getrokken moet worden.
Reguliere zorg werkt met symptoombestrijding. In dit verband is het kort geleden verschenen boek van de Deense hoogleraar en arts Peter Götzsche, met de voor zich sprekende titel ‘Dodelijke medicijnen en georganiseerde misdaad’ het vermelden waard. TV, radio en het dagblad Trouw hebben hier aandacht aan besteed. De schrijver toont en – belangrijk – bewijst ook de praktijken van een gedeelte van de farmacie. Door bijvoorbeeld de norm voor de bloeddruk enigszins te verlagen, wordt de omzet van bloeddrukverlagende middelen flink opgeschroefd. Maar het dodental in de wereld als gevolg van medicinale bijwerkingen staat op de derde plaats!
In acute situaties kunnen antibiotica of pijnstillers erg nuttig zijn, dus is er wel degelijk een markt voor. Echter in de chronische fase moeten we met pillen voorzichtig zijn. Bij gebrek aan causale diagnostiek moeten mensen vaak levenslang pillen slikken. Artsen vinden geen oorzaak en denken niet aan tandheelkunde.
Reguliere en complementaire zorg kunnen prima samen gaan. Als we zouden beginnen met regulier te denken in de acute fase en complementair in de chronische situatie, zouden we al een heel eind komen.
Meer informatie: www.secondopiniontandarts.org