Zinvinding
16 Dec, 2019
Door Henne Arnolt Verschuren
Na 30 jaar werkzaam te zijn als psychotherapeut ben ik steeds meer de beperkingen van de traditionele psychotherapie gaan ervaren. Het contract daarin is dat de cliënt mij haar of zijn probleem voorlegt, meestal iets waar zij of hij last van heeft, en we werken daarmee. Hopelijk levert dat enige verlichting op voor de cliënt, soms wordt het probleem (zo goed als) opgelost.
Ooit las ik het volgende. Als begeleider dien je te beginnen met onderscheid maken of de vraag van je cliënt zich beweegt op de fysieke, emotionele of existentiële laag. Voor mij betekent dit tevens dat het, terwijl het accent meestal op een van de drie ligt, ook altijd een beetje van alle drie is. Alle begeleidingsvragen hebben tevens een zingevingsdimensie. Ook al kan bij fysiek of emotioneel lijden de nadruk liggen op de oplossing van het lijden, er is ook altijd een dimensie van zingeving. Of, zoals Viktor Frankl het noemt, zinvinding.1
Zelf had ik al zeer jong slechte ogen. Vooral bijziendheid, wat in mijn studietijd opliep tot -13. Ik had ‘jampot’-glazen. Toen ik de oogoefeningen van William Bateson ontdekte en intensief praktiseerde, gingen mijn ogen in korte tijd terug naar -6. De opticien geloofde het niet, dacht zelfs dat zijn apparatuur kapot was. Vervolgens ontdekte ik binnen de lichaamsgerichte psychotherapie het effect van de emotionele spanning die zich al vroeg had opgebouwd rond de ogen en ging daarmee aan de slag. Ondertussen verdiepte ik me ook in welke voeding en supplementen bij konden dragen aan een verbetering van het zicht. Tot ik me ergens in de loop van dat proces met een schok realiseerde dat ik een groot deel van mijn energie investeerde in mijn ogen ‘beter maken’. Een oprechte vraag die diep vanbinnen opwelde was: ‘Is het doel van mijn leven het genezen van mijn ogen?’ Het onontkoombare antwoord was: ‘Nee’. Gek genoeg voelde ik me toen bevrijd en kon ik mijn aandacht weer meer op de wereld buiten mij richten.
Wat ik eigenlijk ontdekte, was de existentiële dimensie van het lijden. Deze zou je kunnen omschrijven als je houding tegenover het lijden. Dit is niet per definitie accepterend, maar meer het bewustzijn dat lijden bestaat en daarmee ook deel uitmaakt van je leven. Ik doe nog steeds wat in mijn vermogen ligt om mijn ogen niet verder te laten verslechteren, maar het is geen gevecht meer. Het verrassende is dat ik vanaf dat moment met een ander soort helderheid de wereld om mij heen waarneem.
Dirk de Wachter is een psychiater die veel zegt en schrijft over dit onderwerp. Zijn nieuwste boek, ‘De Kunst van het Ongelukkig Zijn’2 is geen pleidooi om voortdurend ongelukkig te zijn, maar wel dat het niet meteen weg hoeft. In de huidige tijd neigen we onszelf en elkaar soms te zien als een ‘verbeterproject’; we willen almaar ‘de beste versie van onszelf’ worden, zoals sommige begeleiders ons beloven. Voor mij is het doel van psychotherapie veel eerder een ‘heel mens’ worden, wat betekent dat er niets weg hoeft, ook niet de minder mooie kanten van mezelf. Belangrijker is dat ik vanuit mijn eigen heelheid zin en betekenis kan geven. Zoals de Dalai Lama het formuleert: ‘Als je iets onderneemt, doe het niet alleen voor jezelf, maar ook voor anderen. En doe het niet alleen voor nu, maar ook voor de toekomst.’
Meer informatie: www.bodymindopleidingen.nl
- Frankl, V. (2011) De Zin van het Bestaan. Rotterdam. Donker B.V. Uitgeversmaatschappij Ad, ISBN 9789061001737
- de Wachter,D. (2019) De Kunst van het Ongelukkig Zijn. Amsterdam. Lannoo Campus. ISBN 9789401463584