De praktijk van Agnes van der Meer
27 Aug, 2018
Door: Karin de Jonge
Zo’n 20 jaar geleden startte Agnes haar praktijk voor energetische therapie. Na jarenlang in de horeca te hebben gewerkt, was dat een behoorlijke ommezwaai. Een spannende stap, ook omdat in haar omgeving werken met energie op zijn minst als ‘vaag’ werd bestempeld. Een vriendin vroeg haar in die tijd of ze durfde uit te komen voor wat ze eigenlijk deed in haar praktijk. Een rake vraag, vond Agnes toen. Nu, 20 jaar later, merkt ze dat werken met energie steeds meer geaccepteerd wordt in onze samenleving en er meer vraag is naar ondersteuning op dit gebied.
Agnes heeft inmiddels veel mensen in haar praktijk mogen behandelen. Ook is ze als docent verbonden aan haar oude opleiding, het Johan Borgmancollege, sinds 2017 Instituut CAM genoemd. Ze geeft daar in het derde jaar praktijklessen energetische therapie. Naast dat ze met veel plezier lesgeeft, houdt het haar ook fris. ‘Zo blijf je jezelf ontwikkelen en oefen je jezelf steeds weer om met een open blik te kijken. Dat vind ik heel belangrijk. Als je al langere tijd als therapeut werkt, kan het een valkuil zijn om te denken: dit heb ik eerder gezien, hier speelt dat en dat. Maar elk mens heeft een eigen verhaal en dat vraagt steeds een frisse blik. Invullen voor een ander is snel gebeurd, ook vanuit je eigen projecties.’
In de behandelingen combineert Agnes haar kennis en vaardigheden uit de energetische therapie met die uit de psychologie, een studie die ze volgde voordat ze de opleiding tot energetisch therapeut deed. Het gaat niet alleen om herstel van de energiebalans van de cliënt, maar ook om inzicht en bewustwording op gang te brengen. Daarom neemt Agnes ruim de tijd voor het voor- en nagesprek. ‘Veel blokkades zijn gelieerd aan vroegere ervaringen, dus ik vraag bijvoorbeeld naar de boodschappen die je als kind hebt meegekregen. Niet om de schuld bij de ouders te leggen, maar om de cliënt bewust te maken over hoe dat kan doorwerken in het huidige leven. Zo kunnen je ouders geregeld hun trots hebben geuit over iets wat je als kind goed kon. Een onbewuste neiging kan zijn om aan die trots te blijven voldoen. Als volwassene doe je dan vaak je best voor van alles. Als je ouders had die juist regelmatig afkeurden wat je deed, kunnen er gevoelens van onzekerheid zijn ontstaan. Zo is er altijd een bepaalde basis vanwaaruit iemand denkt. Ik leg uit hoe dat soort boodschappen zich opslaan in je energiesysteem. Daarom is die bewustwording zo belangrijk.’