De Praktijk van Tarunai Grunewald
26 Aug, 2019
Door Karin de Jonge
Toen Tarunai Grunewald als 21-jarige verpleeghulp was in het ziekenhuis, ontstond bij haar al het besef dat ze therapeut wilde worden. ‘Ik vond het een-op-eencontact met patiënten heel mooi. Mensen vertelden me van alles over wat ze hadden meegemaakt in hun leven. Daar werd denk ik al een zaadje geplant voor het werken met mensen zoals ik dat nu doe in mijn praktijk voor lichaamsgerichte therapie. Zelf heb ik veel meegemaakt in mijn leven. Het was hard werken om dat allemaal een plek te geven, maar uiteindelijk heeft het me sterker gemaakt. Die ellende is eigenlijk juist het goud geworden waarmee ik nu anderen kan begeleiden in omgaan met traumatische ervaringen.’
Aan haar keukentafel praat ik met Tarunai over de weg die ze aflegde om te komen tot waar ze nu is. Open en vol vuur begint ze te vertellen over hoe de pittige ervaringen in haar jeugd haar hebben gevormd. ‘Al jong kreeg ik te maken met emotionele verwaarlozing en geweld en rond mijn zevende levensjaar ook met seksueel misbruik. Mijn moeder had tot mijn zesde levensjaar een relatie met een alcoholist. Ze hadden veel ruzie en het voelde voor ons als kinderen erg onveilig. Ik was in die tijd veel bij mijn oma en heb daar ook een jaar gewoond. In haar grote tuin struinde ik graag rond en kon ik me even terugtrekken uit de ellende. De natuur was echt mijn redding, het heeft me geholpen om in contact te blijven met mijn heelheid. Wat ook hielp, was dat ik mensen opzocht die wél te vertrouwen waren en waar ik mij gezien voelde.
Toen ik een tijdje bij een pleeggezin woonde kwam ik rond mijn 17e in aanraking met het boek van Alice Miller ‘In den beginne was er opvoeding’. Een indringend, maar ook verhelderend boek over het ontstaan van trauma. Voor mij was dat zo waardevol, het gaf me veel inzicht over mijn eigen situatie, en die van anderen.