MBK: De keel als doorgangsweg
08 Dec, 2014
Door: Els Smits
Het is slechts een smalle doorgang tussen het hoofd en de rest van het lichaam, de hals met de nek en het keelgebied. Deze versmalling in het lichaam vormt niettemin een knooppunt van tweerichtingsbanen, waar ademhalings-, spijsverterings-, hormoon-, zenuw-, motorisch en circulatiestelsel elkaar doorkruisen. Hier komt alle voeding en lucht naar binnen en voeren we de gasvormige afvalstoffen naar buiten af. Bovendien is de keel uitermate belangrijk voor de expressie van je binnenwereld in de buitenwereld. Zoveel samenkomende orgaanstelsels in zo’n nauwe doorgangsroute maken het ook een gebied waar veel fysieke en psychische storingen kunnen optreden.
In de hals onderscheiden we van dorsaal naar ventraal structuren als de wervelkolom, de slokdarm, strottenhoofd en luchtpijp en bovendien de schildklier en bijschildklieren. Dat alles is omgeven door een diversiteit aan spierweefsel, waarmee we het hoofd kunnen tillen en bewegen, kunnen kauwen en slikken en geluid kunnen voortbrengen. Bij het doorslikken van voedsel speelt de slikreflex een belangrijke rol. In het keelgebied kruisen namelijk de luchtweg en de doorgang van mondholte naar slokdarm elkaar en het is beslist niet de bedoeling dat voedsel en vloeistof in de luchtpijp terecht komen. De slikreflex ontstaat als de tong de voedselbrij naar de keelholte beweegt. De bovenste sluitspier van de slokdarm ontspant zich om het voedsel te ontvangen, de huig beweegt naar boven om de neusholte af te sluiten, het strotklepje kantelt door de tongbeweging achterover en het strottenhoofd beweegt zich omhoog, zodat het tegen het strotklepje aan komt te liggen en de ingang naar de luchtpijp wordt afgesloten. Dan trekken de keelspieren samen en duwen het voedsel de slokdarm in.