Medische basiskennis: Ontgiften
17 Jun, 2013
Door: Els Smits
Voortdurend krijgen we allerlei afvalstoffen binnen, via de voeding, medicijnen en via luchtverontreiniging, om maar een paar voorbeelden te noemen. Daarnaast maken we bij de stofwisseling ook zelf nog afbraakstoffen aan. Stoffen waar het lichaam geen voordeel van ondervindt en die niet bevorderlijk zijn voor de gezondheid. Daarom zijn we uitgerust met diverse systemen om schadelijke stoffen onschadelijk te maken en ze af te voeren. Verschillende organen hebben de uitscheiding van dit soort stoffen als taak.
Ontgiften is van groot belang voor het lichaam om een optimaal intern milieu in stand te houden. Als afvalstoffen niet afgevoerd zouden worden, dan zou de gezondheid snel in het geding komen. Om dat te voorkomen, beschikt het lichaam over een geavanceerd ontgiftings- en uitscheidingssysteem, waar de lever, de nieren, de darmen, de huid en de longen deel van uitmaken. Met name de lever en de nieren zijn de organen die zich toeleggen op de schoonmaak. De lever filtert lichaamsvreemde stoffen, zoals medicijnen, deels of geheel uit het bloed, om ze om te zetten of aan andere stoffen te binden. Vervolgens worden deze stoffen met de gal of met de urine uitgescheiden. Zo wordt bijvoorbeeld in de lever het bij de eiwitstofwisseling gevormde ammoniak omgezet in het minder schadelijke ureum, dat daarna via de urine uitgescheiden kan worden.