De rol van melk en zuivel bij kanker
16 Feb, 2015
Door: Els Smits
In veel landen geldt als algemene richtlijn voor goede voeding de consumptie van drie porties zuivel per dag. Op zich al een gegeven waarover je je wenkbrauwen kunt optrekken, als je in aanmerking neemt dat 65% van de volwassen wereldbevolking lactose-intolerant is. Maar er zijn meer aspecten aan melk en zuivel, waarover de Portugese wetenschapper Pedro Bastos Carrera zich zorgen maakt. Tijdens zijn lezing bij Nature by the Sea afgelopen juni liet hij het publiek kennis maken met diverse ins en outs van melkconsumptie en de relatie ervan met kanker. Hieronder een weergave van de informatie die hij de toehoorders gaf.
Gedurende de laatste 50-60 jaar is de melkproductie per koe wereldwijd verviervoudigd. In de VS gebruikt men daarvoor onder andere het door de FDA toegestane recombinant Bovine Groeihormoon. Binnen de Europese wetgeving is dat verboden. Maar ook andere aspecten van het industriële productiemodel hebben de melkproductie aanzienlijk verhoogd. Door kalveren vooral met granen te voeden, verlaagt de gemiddelde leeftijd van eerste melkproductie en dat verhoogt de productiviteit. Om de melkproductie op gang te houden, wordt de koe kort na de geboorte van een kalf opnieuw kunstmatig geïnsemineerd. Daardoor kan men de koeien gedurende tien maanden melken en slechts twee maanden niet. Dit soort maatregelen heeft echter wel gevolgen voor de samenstelling van de melk.