Hoofd-buik-hartconnectie in de complementaire praktijk
25 Jun, 2024
Annelies van Scheppingen
Tijdens de eerste integratieve dag eerder dit jaar werden de leden van beroepsvereniging VBAG meegenomen in de hoofd-buik-hartconnectie door huisarts Jan Paul Verdenius en cardioloog Janneke Wittekoek. Jan Paul legt uit dat intuïtie, ofwel het pluis- en niet-pluisgevoel, van wezenlijk belang is in de zorgpraktijk, als het daarna ook gecheckt wordt. Janneke vertelt over de oorzaak en klachten van hart- en vaatziekten bij vrouwen en waarom preventie zo belangrijk is.
Het is al gezellig druk als ik op een ochtend in april het Cultureel Centrum Theothorne in Dieren betreed. Hier wordt de eerste integratieve VBAG-dag georganiseerd. De beroepsvereniging wil deze dag vanaf nu meerdere keren per jaar organiseren, om reguliere en complementaire zorg bij elkaar te brengen. Het uiteindelijke doel is een verbinding tot stand te brengen, waarbij het alleen nog maar gaat over zorg, zonder een daar het etiket als regulier of complementair op te plakken. Vandaag staat de dag in het teken van de hoofd-buik-hartconnectie.
De eerste spreker, huisarts Jan Paul Verdenius, heeft altijd een ‘open oog gehad voor andere, niet-reguliere benaderingen’, zoals hij zelf zegt. Hij neemt de toehoorders mee in het niet-pluisgevoel binnen de zorgpraktijk.
Het pluis- en niet-pluisgevoel gaat over intuïtie. Jan Paul vertelt dat Aristoteles vier eeuwen voor Christus intuïtie omschreef als bron van wetenschap. Ook Spinoza zag het als hoogste vorm van denken; boven ratio. Toch is intuïtie op enig moment uit de wetenschappelijke gratie geraakt. ‘In 2010 was het onprofessioneel als een arts of specialist zich in zijn diagnose liet beïnvloeden door een niet-pluisgevoel. Hier was binnen de diagnostiek geen plaats voor.’ De theorie van psycholoog en Nobelprijswinnaar Daniel Kahneman1 zorgt in 2011 voor een kantelpunt. Hij beschrijft het duale denken, waarbij systeem 1 staat voor het snelle, intuïtieve, associatieve denken en systeem 2 voor het langzame, analytische, rationele denken. Systeem 2 kost inspanning, waardoor het brein de neiging heeft in eerste instantie systeem 1 aan te spreken. We hebben systeem 2 echter wel nodig om geen irrationele fouten te maken. Jan Paul legt uit: ‘Een schaakgrootmeester ziet in één oogopslag het patroon op het schaakbord. De meeste tijd is hij aan het checken en doorrekenen. Ook een arts zal op basis van zijn ervaring patronen herkennen in de gegevens die een patiënt aanreikt. Binnen het systeem 1-denken ontstaan de hypotheses. Een echte topper is hij pas als hij niets voor waar aanneemt. Hij zal zijn aannames daarom altijd toetsen binnen systeem 2. Iedere zorgverlener zal een medisch probleem via deze weg proberen op te lossen. Alleen zullen ervaren zorgverleners over het algemeen meer en betere hypotheses stellen dan onervaren behandelaars.’
Lees het gehele artikel vanaf pagina 48 in het VNIG 4/24.
Wilt u het gehele artikel als PDF bestand ontvangen? Bestel het dan hier voor € 3,50.
Bronvermelding:,br> 1. Kahneman, D. (2011). Thinking, Fast and Slow. Farrar, Straus and Giroux.
2. Van der Horst, H., Van Weel, C., Buntinx, F., Knottnerus, A., de Sutter, A., & Metsemakers, J. (2014). Leerboek Huisarts-geneeskunde. Boom.
3. Best Doctors en Heartlife Klinieken. (2018, januari). Enquête naar second opinion bij vrouwen met hartklachten. Heartlife, 4: p. 20-21.
4. Wittekoek, J. (2024). Het Vrouwenhart (herziene editie). Uitgeverij Lucht.