Van der Luit leert topsporters respect voor zichzelf
15 Aug, 2013
Door: Ria Teeuw
Een succesvolle topsporter zijn, dat is de droom van veel jongeren. De wereld ligt aan je voeten en de mensen kijken vol bewondering naar je op. Waarschijnlijk zit de hunkering naar een dergelijke status in de menselijke genen, want wat zijn we in deze maatschappij toch druk met competitie! Echt niet alleen in de sport. Wel wordt het daar zichtbaar in misschien wel de meest ultieme en legitieme vorm: wie wint, wacht de sterrenstatus. Topsport is geweldig, zowel voor degene die het vol passie beoefent, als voor de liefhebber op de tribune of voor de televisie.
Hoewel we als ‘gewone’ burger best weten dat die topsporter bovenmenselijke inspanningen moet verrichten en zware offers brengt, zijn we geneigd vooral de glamour te zien. En ook de gigantische geldbedragen die omgaan in bijvoorbeeld profvoetbal en toptennis. Waar we doorgaans niet zo bij stilstaan, is dat die sporters zich jarenlang hebben moeten onderwerpen aan een spartaans trainings- en leefprogramma waarin nauwelijks ruimte was voor een privéleven. En al helemaal niet voor de pleziertjes die bij hun leeftijd hoorden. Natuurlijk, sommigen wisten heel goed waaraan ze begonnen, maar dat geldt niet voor allemaal. En dan heb je er ook bij, die niet met hun eigen droom, maar met die van hun ouders bezig zijn. In zijn boek ‘Open’ vertelt voormalig toptennisser André Agassi hoe zijn obsessieve vader hem dwong tot een sport die hij zelf nooit gekozen zou hebben en welke consequenties dit had voor zijn verdere leven. Natuurlijk is dit een extreem voorbeeld. Neemt niet weg dat topsport een kant heeft die we doorgaans niet opmerken als we televisie kijken.