Wat geur al niet kan betekenen
20 Apr, 2020
Door Ellen Vunderink
Op een zonnige zaterdag in december reed ik al vroeg naar de gevangenis van Breda. Ik was niet de enige, sterker nog, ik was slechts één van de zeshonderd mensen die op weg waren naar het congres dat Chi organiseerde ter ere van haar veertigste verjaardag: een dag in het teken van geur.
Al op straat kwamen geuren ons tegemoet en bij de deur stond een lieve clown die iedereen liet ruiken aan een bloem. ’s Middags bleek de clown ook aromatherapeut Sonja Tobé te zijn. Zij gaf een lezing over aromatherapie en ZAO, Zintuiglijke Activering en Ontspanning. In verpleeghuizen werkt zij met mensen met dementie. De basis van haar werkwijze ligt in het feit dat geuren die we ooit hebben geroken, onbewust worden opgeslagen in ons geurcentrum, in het limbisch systeem in de hersenen. In dit gebied zetelt ook ons emotiecentrum, wat tot gevolg heeft dat geuren worden gekoppeld aan ervaringen uit het verleden. Zo kunnen ook mensen met klachten van dementie, die moeite hebben met communiceren, herinneringen herbeleven als ze geuren aangereikt krijgen. De foto’s die zij toonde van mensen voor en na een behandeling waren ontroerend, net als de kleine handreikingen die ze deed. Als je tegen iemand met dementie zegt dat je komt masseren, kan dat weerstand oproepen. ‘Ik kom u insmeren met wat olie’ kan juist de deur openen, is haar ervaring.
Dat in een gevangenis cellen zijn, is een gegeven. Maar dat je die cellen gebruikt om ieder aroma een eigen ruimte te geven, mag toch wel vindingrijk genoemd worden. En dat was het ook echt. Elk aroma had haar eigen cel met één of meerdere geurverstuivers, informatie, kenmerken en eigenschappen van het aroma, afbeeldingen van de oorsprong, maar ook associaties in de vorm van muziek, recepten en dergelijke. Samen met andere bezoekers heb ik de cellentour tweemaal gelopen omdat het zo leerzaam en leuk was om een geur helemaal te kunnen beleven. Maria Montessori’s adagium op de muur van de basisschool van mijn kinderen: ‘leer mij het zelf te doen’, kwam in mijn gedachten terwijl ik daar liep. Ik ervaar dat ik ruikend zoveel beter leer dan lezend of studerend!
Toch is een overzichtswerk ook best handig want de cellentour is natuurlijk allang weer opgeruimd. Tijdens het congres werd de negende druk, geheel up-to-date, van het Aromecum overhandigd aan schrijver drs. Harmen Rijpkema, medisch antropoloog en expert in aromatherapie, en zijn medeauteurs. Van ruim tweehonderd oliën wordt zowel de karakteristiek beschreven, als de belangrijke bestanddelen, eigenschappen, de toepassing, informatie over dosering en overdosering en ook waarschuwingen. Ook worden diverse thema’s, zoals astma en depressie, beschreven en wordt ingegaan op de betekenis die aromatherapie bij deze ziektebeelden kan hebben. Het is een compleet boek waarvan delen een naslagwerk vormen en andere delen zich lenen om gewoon te lezen. De basis ligt in wetenschappelijke studies. Chi heeft met dit congres bijgedragen aan de versteviging van aromatherapie als onderdeel van de natuurlijke zorg.
Meer informatie: www.chi.nl, www.aromasonja.nl