Stichting Tijdschrift Integrale Geneeskunde
29 Jul, 2011
Stichting TIG zet zich al 25 jaar in voor wetenschappelijke integratie en acceptatie van geneeswijzen die in Nederland worden beoefend. Eerst met een tijdschrift en sinds vijf jaar met een Jaarboek. Het thema van het recente Jaarboek 2010/2011 luidt: ‘Naar een geïntegreerde theorie van ziekte en gezondheid’.
De doelstellingen van Stichting TIG zijn:
1. De Nederlandse CAM-beoefenaren in contact brengen met internationale ontwikkelingen en resultaten op het vakgebied.
2. Aan Nederlandse auteurs een platform bieden voor hun (wetenschappelijke) publicaties.
3. Het niveau van de beoefening van het vakgebied gaandeweg doen verhogen.
Uiteindelijk staat of valt de acceptatie van de complementaire en/of alternatieve geneeswijzen met het zichtbaar maken van veiligheid, werkzaamheid en patiëntvriendelijkheid van de toegepaste behandelwijzen. Voor het bereiken van deze doelen wil de stichting nauw samenwerken met, en luisteren naar het veld.
Een integrale visie op gezondheid en ziekte
Er bestaan uiteenlopende visies op gezondheid en ziekte. Nuchter beschouwd kunnen deze niet alle tegelijk waar zijn. Dus wat is waar, wat is vermoeden, wat is fictie?
In dit Jaarboek wordt uitgegaan van een model van uitdijende contexten. Gezondheid en ziekte zijn alleen goed te begrijpen door ze te plaatsen in hun natuurlijke of logische context(en); deze contexten kan men betrekkelijk dicht om het verschijnsel
gezondheid-ziekte leggen, maar ook ruimer.
In hun model plaatst de redactie (dr. C.W. Aakster, dr. R. van Wijk en dr. E.P.A. van Wijk) de reguliere geneeskundige ziekteopvatting centraal. Hierbij is sprake van een nadruk op de afwijkingen aan organen, een specifieke locatie en een definieerbare en doorgaans enkelvoudige oorzaak (virus, bacterie, chemisch gif etc.). Alle complementair-geneeskundige richtingen zien gezondheid en ziekte echter ruimer. De manuele geneeskunde en de homeopathie verruimen als eerste de context. Zij plaatsen de afwijkingen aan een specifiek orgaan of weefsel in de context van het desbetreffende functiesysteem (beweging, ademhaling, spijsvertering etc). Een
tweede contextuele verruiming wordt aangebracht door de natuurgeneeskunde, de biofysische geneeskunde en de neuraaltherapie. In deze drie stromingen wordt uitgegaan van een ziektebegrip waarbij de totale persoon betrokken is, of in elk
geval meerdere functiesystemen. Zij zien de mens daarbij als een systeem/organisme dat in voortdurende wisselwerking verkeert met het omringende persoonlijke micromilieu en het fysiek-maatschappelijke macromilieu. Bij de uitwisseling gaat
het om materie, energie en informatie, die essentieel zijn voor het bestaan van de mens. Een derde contextuele verruiming vindt plaats bij geneeswijzen als de antroposofische geneeskunde, de acupunctuur en de energetische geneeswijzen.
Daarbij wordt bovendien rekening gehouden met kosmische en/of spirituele invloeden buiten de mens. Bij deze ordening is er geen sprake van een absolute tegenstelling tussen reguliere en complementaire ziekteopvatting (en handelingspraktijk),
maar van graduele verschillen, bepaald door de mate waarin men ziekteverschijnselen plaatst binnen een meer of minder ruime context.
Het boek is waardevol voor therapeuten, artsen, studenten en onderzoekers in de reguliere en complementaire geneeskunde.
VNGK lezersaanbieding
Aan dit Jaarboek Integrale Geneeskunde werkten 28 auteurs mee en het telt 360 pagina’s. Het Jaarboek is voor VNGKlezers met € 5,00 korting te bestellen (voor € 37,50) via