Kruidenboek De Historia Naturalis
08 Jun, 2020
Met de zomer in aankomst is er soms wat meer ruimte om te genieten van een mooi boek. In de tuinstoel in de zon genieten van de lome rust. Voor herboristen, kruidengeneeskundigen en plantenliefhebbers is vorig jaar een prachtig boek over kruiden verschenen: De Historia Naturalis. Het is een magistraal werk waarin de geschiedenis van de kruidengeneeskunde tot leven komt.
De titel van dit boek, De Historia Naturalis, is een variant op de titel van het roemrijke werk van Plinius de Oudere. Deze Romeinse geleerde leert ons veel over wat men in de antieke oudheid wist over de werking van kruiden. Maar ook in de Lage Landen verzamelde men kruidenkennis: de Herbarijs (1351) en De Herbarius in Dyetische (ca. 1500) vertellen in Oud-Nederlands over kwalen en welk kruid er tegen gewassen was. Rembert Dodoens, Matthias L’ Obel en Abraham Munting kunnen niet ontbreken, evenals de Flora Batava (1800-1934).
Dit grootse referentiewerk van bijna 700 pagina’s laat 150 inheemse planten de revue passeren. Voor elk van deze planten wordt een overzicht gegeven van wie wat wanneer wist (of niet wist) en waarvoor de plant door de eeuwen werd aangewend: om kwalen te genezen, om stoffen te verven, om ongedierte te bestrijden, om leer te looien, om voedsel te bewaren. Bovendien staat bij elke plant een prachtige illustratie met alle plantenbestanddelen en stadia van de plant. Het boek is daarmee een mooi naslagwerk voor wie van natuur, geschiedenis en schoonheid houdt.
Bronvermelding:
Marcel de Cleene. (2019) De Historia Naturalis. De geschiedenis van de kruidengeneeskunde. Sterck & de Vreese.