Hoe denkt de consument over ‘alternatief’?
21 Oct, 2019
Door Toine de Graaf
Hoe denken volwassen inwoners van ons land over alternatieve geneeswijzen? Een relevante vraag voor veel artsen en therapeuten. Het antwoord is voor een groot deel te vinden in de samenvatting die Rianne Kloosterman maakte van het onderzoek ‘Belevingen’ van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Doel van dit onderzoek is om een beter beeld te krijgen van gevoelens en opvattingen in de samenleving. In 2018 stond Belevingen in het teken van gezondheid, waarbij ook alternatieve geneeswijzen aan bod kwamen. De belangrijkste uitkomsten.
Het onderwerp van het CBS-onderzoek ‘Belevingen’ verandert jaarlijks. Afgelopen jaar werd gekeken naar gezondheid, waarbij thema’s als alternatieve geneeswijzen, eHealth en euthanasie de revue passeerden. Het onderzoek werd uitgevoerd van maart tot en met juni 2018, waarbij respondenten eerst gevraagd werd om via internet een vragenlijst in te vullen. Personen die niet respondeerden en waarvan een telefoonnummer beschikbaar was, werden vervolgens gebeld. Mensen van wie geen telefoonnummer bekend was én die behoorden tot een bevolkingsgroep die doorgaans minder goed respondeert, kregen thuis bezoek van een interviewer. In totaal namen 3.625 personen van 18 jaar of ouder deel aan het onderzoek. De respons bedroeg 41 procent.
Voor de uitgave ‘Statistische Trends’ van het CBS heeft Rianne Kloosterman de uitkomsten samengevat, en die zijn soms verrassend. Dat begint al met het aantal mensen dat gebruikmaakt van alternatieve geneeswijzen. Dat zijn er namelijk méér dan jarenlang gedacht. In de Gezondheidsenquête van het CBS wordt jaarlijks gevraagd of mensen in de afgelopen twaalf maanden onder behandeling zijn geweest bij een alternatieve genezer. In 2018 gaf 6 procent van de Nederlandse volwassen bevolking te kennen dat dit het geval was. Dit percentage is de laatste jaren vrijwel ongewijzigd gebleven. Maar het onderzoek Belevingen schetst nu een ander beeld: 11 procent van de volwassen bevolking geeft aan in de afgelopen twaalf maanden contact te hebben gehad met een alternatieve beroepsbeoefenaar. Dit is dus bijna een verdubbeling.