De WHO en de integratie van traditionele geneeswijzen
20 Oct, 2015
Door: Nienke van der Heide
In 2014 nam de Wereld Gezondheidsorganisatie (WHO) een nieuw strategisch plan aan rondom het veiligstellen van traditionele en complementaire geneeswijzen wereldwijd. Dit ‘veiligstellen’ heeft twee kanten: enerzijds is de strategie van de WHO gericht op het voortbestaan van traditionele geneeswijzen, aan de andere kant ligt de nadruk op het waarborgen van een veilige toepassing ervan. Eén van de stappen die gezet wordt om dit tweeledige doel te bereiken, is de toepassing van reguliere onderzoeksmethoden op traditionele en complementaire geneeswijzen. Het gerenommeerde blad Science kwam daarom met een speciale uitgave vol boeiende artikelen, waarbij verschillende auteurs de systeembiologie aanmerken als brug tussen de twee medische velden die lange tijd onverenigbaar leken.
Niet alleen maken wereldwijd miljoenen mensen gebruik van traditionele en complementaire geneeswijzen, deze aantallen groeien nog steeds. In Europa maken meer dan 100 miljoen mensen gebruik van complementaire geneeswijzen, in China vormt 18% van alle medische bezoeken die bij een traditioneel arts, in Korea zijn traditionele genezers verantwoordelijk voor de gezondheidszorg van 80% van de bevolking en in Australië groeide tussen 1995 en 2005 het aantal bezoeken aan complementaire genezers met 30% (WHO 2013:29). Met deze inzichten op zak ontwierp de WHO een nieuwe strategie om traditionele en complementaire geneeswijzen (T&CM) op een verantwoorde manier bij te laten dragen aan de wereldgezondheid.