Anamnese: hoe voorkom je communicatie- en denkfouten?
13 Apr, 2016
Door: Toine de Graaf en Fleur Kortekaas
Als natuurgeneeskundige bouw je deskundigheid op door je bewust te worden, te zijn en te blijven van communicatie- en denkvalkuilen in het therapeutisch handelen. Je leert ermee omgaan, je leert ze herkennen, je leert je handelen te toetsen. En je kunt dit allemaal door je kritisch vermogen tot objectief oordelen en door zelfreflectie. Hoe lang je ook al praktijk voert: het is belangrijk je bewust te zijn van mogelijke communicatie- en denkfouten. Sterker: misschien is een ervaren therapeut hier wel vatbaarder voor. Daarom in dit tweede artikel over de anamnese aandacht voor enkele ‘populaire’ valkuilen.
In 2010 organiseerde de RBNG ‘De dag van de Natuurlijke Gezondheidszorg’, in Houten. Eén van de sprekers was KNO-arts Eize Wielinga. Tijdens zijn lezing informeerde hij bij zijn gehoor naar het maximaal aantal patiënten dat op een ochtend wordt gezien. Eén natuurgeneeskundige bleek ‘recordhouder’ met twaalf patiënten, maar de overgrote meerderheid van de aanwezigen gaf aan maximaal vijf patiënten per dagdeel te zien. ‘Als ik deze vraag in het reguliere veld stel, krijg ik heel andere antwoorden’, zei Wielinga. Hij bekende zelf dagen te hebben gehad met zestig patiënten. ‘Als ik dan thuis kwam en een van de kinderen vroeg ‘pappa?’, dan hing ik al in de gordijnen. Ik kon geen vraag meer hóren.’