COCOZ–proeftuinproject van start gegaan
15 Jun, 2022
Door Ria Teeuw
Het lijkt een ideaalplaatje, maar het komt wel dichterbij: complementair therapeuten die samenwerken met verschillende regulier werkende zorgverleners zoals artsen, fysiotherapeuten en verloskundigen. Natuurlijk gebeurt dat nu ook wel, maar mondjesmaat. Het COCOZ-proeftuinproject is een onderzoeksproject dat als doel heeft dergelijke samenwerkingen een boost te geven. COCOZ staat voor COmmunicatie en verwijzing COmplementaire Zorg. Het eerste project daarvan is achter de rug.1 Het tweede kort geleden begonnen.
Koepelorganisatie RBCZ heeft het initiatief genomen voor dit vervolgproject. Algemeen RBCZ-bestuurslid Armelle Demmers praat ons bij over de stand van zaken. Zij is voorzitter van de werkgroep Onderzoek. ‘Het eerste COCOZ-project was gericht op de communicatie met huisartsen. Nu wordt het veel breder en betrekken we er verschillende reguliere disciplines bij. Een ander verschil is dat we met drie proeftuinen gaan werken. Die bestaan ieder uit een mix van regulier en complementair werkende zorgverleners van een bepaalde discipline.’
Niet alleen gaat het COCOZ–proeftuinproject over samenwerkingsverbanden, het project is er zelf ook een. RBCZ werkt erin samen met het Louis Bolk Instituut dat onderzoek doet naar duurzame landbouw, voeding en gezondheid en met het Van Praag Instituut dat zich ervoor inzet om standaardzorg te verbinden met complementaire interventies. Armelle: ‘We hebben bijeenkomsten gehad met alle complementair therapeuten die deelnemen aan dit project. Directeur Martine Busch van het Van Praag Instituut heeft hun gevraagd met wat voor regulier zorgverleners ze graag zouden willen samenwerken. De antwoorden hebben haar de benodigde input gegeven om op zoek te gaan naar regulier zorgverleners voor de proeftuinen.’
Op de vraag of de doelstellingen van het eerste project inmiddels zijn gehaald, antwoordt ze: ‘Dat moet nog geëvalueerd worden. Er is wel al ruim belangstelling gebleken voor de tools, want die worden veel gedownload. Hoe zorgverleners deze gebruiken en of ze daadwerkelijk meer doorverwijzingen opleveren, dat is iets wat we nog niet weten.’ Met de tools doelt Armelle op de zeven kaarten die zijn ontwikkeld met daarop verschillende do’s, don’ts, tips en voorbeelden in de communicatie naar huisartsen.1
Meer informatie: www.rbcz.nu
Lees het gehele artikel vanaf pagina 56 in het VNIG 4/22.
Wilt u het gehele artikel als PDF bestand ontvangen? Bestel het dan hier voor € 3,50.
Bronvermelding:
1. Smits, E. COCOZ - Communicatie en verwijzing Complementaire Zorg. Vakblad Natuurlijke en Integrale Gezondheidszorg. 2019;3:41-45