Corona en onze praktijken
22 Jun, 2020
Door Tine Goedhart
Sinds 16 maart konden veel natuurgeneeskundig therapeuten in Nederland hun vak niet meer als gebruikelijk uitoefenen vanwege het rondwarende coronavirus. Op 24 maart 2020 werd het uitoefenen van ‘contactberoepen’ zoals kapper en fysiotherapeut verboden. Dat betekende dat ook onze natuurgeneeskundige beroepsgroep de deur moest sluiten. Inmiddels begint er meer duidelijkheid te komen over consequenties en tegemoetkomingen. We geven een tussentijds overzicht van de regelingen die golden tot 1 juni 2020. Eind mei is bekendgemaakt dat het steunpakket drie maanden wordt verlengd.
Een substantieel deel van de natuurgeneeskundig therapeuten bleek hun werk ook op afstand te kunnen doen. Energetische werkvormen en psychosociale therapieën zijn hiervan voorbeelden. Homeopathische en orthomoleculaire behandelingen konden in een ruime setting prima met 1,5 meter afstand of met mooi weer in de tuin doorgang vinden. Een aantal therapeuten die werken vanuit oosterse massagetechnieken, benutten hun kennis van Sotai, Do-In en andere oosterse zelfhulptechnieken. Via allerlei digitale media begeleidden zij hun cliënten online door instructies te geven voor zelfbehandeling. Deze therapeuten ontdekten digitale technieken waarmee de therapie op een kwalitatief verantwoorde wijze doorgang kon vinden. Regelmatig verzorgde de therapeut deze sessies vanuit de diepliggende wens tot het bieden van zorg en zonder financiële vergoeding. Zorgverzekeraars hebben in de achterliggende periode hun eisen aangepast op basis van prestatiecodes voor declaratie van digitale consulten en vergoeden onder voorwaarden bijvoorbeeld energetische behandelingen op afstand. Met ingang van 11 mei konden alle natuurgeneeskundig therapeuten onder voorwaarden het rechtstreekse werk met cliënten weer (gedeeltelijk) oppakken.
Al met al hebben de praktijken bijna twee maanden voor een groter of kleiner deel stilgelegen, met gevolgen voor inkomen en lopende kosten. In de dagen na 24 maart publiceerde de Raad voor Ondernemend Nederland (RVO) een aantal maatregelen, grofweg in vier groepen vallend: suppletie van inkomen, tegemoetkoming van kosten, leningen en uitstel van betaling. De grenzen van deze vier groepen zijn niet altijd zwart-wit en aan verandering onderhevig nu de crisis voortduurt en er meer differentiatie komt.