Wat bezielt jouw in vredesnaam?
21 Dec, 2016
Door: Krijn Koetsveld
Ik had niet verwacht dat ik dat zinnetje uit mijn jeugd nog eens zou horen: ‘Wat bezielt jou in vredesnaam?’ De gebruikelijke reactie van mijn vader of moeder, als ik weer eens iets zei, vroeg of deed wat hen niet beviel.
Het moet ergens in de nadagen van de jaren zeventig zijn geweest. Ik werkte in een psychiatrisch ziekenhuis in Zeist, kortweg ‘het Sanatorium’, omdat ‘Christelijk Sanatorium voor neurosen en psychosen’, zoals de instelling voluit heette, wel een hele mondvol was. Het was de enige keer dat mijn vader bij mijn werk langskwam. Ik had hem gevraagd met de auto iets te brengen dat ik op mijn fiets niet vervoeren kon – ik ben vergeten wat. Terwijl we het samen uitlaadden, kwam er een wat schriele man langs. Met zijn haar in de war, een slonzige regenjas die hem te groot was, zijn bril scheef op zijn hoofd omdat die sinds twee weken een poot miste, liep hij, het hoofd gebogen, ons voorbij. Hij keek even op, knikte ons toe met die milde glimlach, die ik zo goed kende.
‘Is dat nou een patiënt?’, fluisterde mijn vader, schuchter omkijkend.
‘Nee, pa, dat is de psychiater.’
Hij keek me met grote ogen aan. Ik wees op het gebouw aan de overkant, waar je achter de ramen een groep mensen aan tafels aan het werk kon zien.
‘Dat zijn de patiënten.’
Mijn vader schudde zijn hoofd. ‘Ik begrijp werkelijk niet wat jou bezielt om met die mensen te werken.’