VNGK, nummer 4/2011
20 Jun, 2011
VNGK 4/11
De juli/augustus-editie (4/11) heeft als coverstory ‘Veilig meten met stralingsvrije bodyscan’.
* Voorwoord, Vrijheid, door Ellen Vunderink
* Column bruggenbouwen ‘Externe werkelijkheid’ door Elly Verblaauw
* Veilig meten met stralingsvrije bodyscan, door Ria Teeuw
* Doorbraak in de behandeling van chronische pijnen?, door Huub Koning
* De praktijk van… Kor Koetje, door Ria Teeuw
* Platform Integraal Natuurlijk, door Ellen Vunderink
* Religie zonder wetenschap is kreupel, wetenschap zonder religie is blind, door Bertien van Woelderen
* Gastcolumn ‘Bindweefsel als superorgaan’, door Dr. Gert E. Schuitemaker
* De zonnekracht van Sint Janskruid, door Mirjam van Zweeden en Alex Leupen
* Stemtherapie, het recht om je stem te laten horen, door Ria Teeuw
* De ziekte van Lyme, door Bert Kloosterman
* Jessie Kuipers over de Tragermethode, door Ria Teeuw
* Zielsgelukkig in de hulpverlening, door Anitsa Kronenberg
* Intercollegiale toetsing en intervisie, door Yvonne Schreurs-Tauber
Voorwoord: Vrijheid
Zeven jaar geleden liep ik, in de schemering van een zwoele zomeravond, in het Kralingse Bos. Het bos is me zo vertrouwd dat ik me er, ondanks dat ik niet veel kon zien, veilig voelde. Toch schrok ik
toen in de schemering een man de struiken uit kwam. Het was donker, en daardoor zag ik alleen zijn tanden.
Eén van mijn honden blafte in die periode altijd tegen gekleurde mannen, en was duidelijk bang voor ze. Wellicht een overblijfsel van het begin van
zijn leven als straathond op een Zuidspaans strand. Maar deze keer blafte hij niet. Hij keek op naar de man en bleef staan kwispelen. Ik riep hem meerdere malen: ‘Zeus!’. Hij kwam niet en bleef maar kijken en kwispelen. Uiteindelijk kon ik niet anders dan teruglopen. De man keek me vrolijk aan. Met in zijn ene hand een plastic zak en in de andere een krat met lege flessen, stelde hij me de laatste vraag die ik op dat moment had verwacht: ‘En ben jij Hera?’.
Sindsdien spreken we elkaar regelmatig. Deze man woonde in het bos. Het was zijn thuis.
Toen ik hem eens vroeg of hij nooit bang was, begreep hij niet waar ik op doelde. Na een tijdje zei hij dat hij één keer bang was geweest. Dat was toen de boswachter ‘s nachts een vriend van hem had gevonden die een paar meter verderop lag. Hij had nauwelijks durven ademhalen, bang dat ook hij aan de politie zou worden overgeleverd.
Twee jaar geleden vond hij een baan. Hij was niet alleen blij dat hij werk had gevonden, maar ook blij met wat hij deed in de beveiliging. Vorig jaar, op een mooie dag in de lente, rinkelde hij al uit de verte met sleutels. ‘De centrale ingang, mijn voordeur, en de kelderbox.’ Ik was blij. Hij had werk en een huis. Nog heel regelmatig kwam ik hem tegen, want het bos bleef een plek waar hij zich fijn voelde.
Eigenlijk keek hij met een soort van tevredenheid terug op zijn jaren in het bos. Hij heeft ze niet alleen fysiek overleefd. Ondanks zoveel jaren ‘van de straat’ eten, bleek, toen hij zich vorig jaar uitgebreid medisch liet onderzoeken, dat hij gezond was. Maar niet alleen lichamelijk is hij gezond. Hij is sterk van geest, en tevreden met zijn leven.
Hij is iemand die mij het gevoel geeft dat hij vrijwel altijd samenvalt met zijn ziel.
Een paar maanden geleden was hij er ineens weer op een doordeweekse dag. Contract afgelopen en niet verlengd. Intensief aan het solliciteren. Maar ook zoekende. Thuiszijn overdag vond hij niet prettig. Achter de computer of tv zitten verveelde hem snel. En het bos gaf hem nu niet de rust die het vroeger gaf. Hij bewoog zich tussen huis en bos, en kon zijn draai niet vinden.
Ik vroeg naar de consequenties voor zijn huis en leefsituatie. Hij zei vastberaden dat hij gebruik ging maken van de uitkering waar hij drie maanden recht op had, maar dat hij geen bijstand zou aanvragen. Mijn verhaal dat ik met liefde belasting betaal zodat mensen zoals hij kunnen ontvangen wat ze nodig hebben, wuifde hij weg. Bijstand beknotte hem in zijn gevoel van vrijheid.
Deze man is vrij. Zo vrij dat hij los kan laten. Dat is wat hij mij heeft gebracht in de afgelopen jaren. Een steeds dieper besef dat onze vanzelfsprekend lijkende waarden er niet toe doen.
Het enige dat ertoe doet, is vrij zijn in je hoofd en hart, zodat je trouw kunt zijn aan je eigen wijsheid. Ook bij het lezen van dit Vakblad.
Ellen